Bij het afvinken van het lijstje ‘Vereisten voor de Ideale Sportauto’ blijkt de Audi TTS Roadster een heel eind te komen.
 
Waaraan moet een auto voldoen om in aanmerking te komen voor de titel Ideale Sportauto? Een vraag waarop het goede antwoord vooralsnog ontbreekt. Gedeeltelijk komt dat natuurlijk omdat niet iedereen dezelfde eisen zal stellen. De een zal met enig recht beweren dat een begrip als exclusiviteit hoog op de lijst moet staan, omdat een sportauto die je op elke hoek van de straat tegenkomt niet bepaald ideaal is; het moet wel een beetje bijzonder blijven, nietwaar? De ander zal met evenveel recht beweren dat het juist ideaal is als een sportauto bereikbaar blijft – zo kun je er zelf tenminste nog eens een kopen, en daarbij: een sportauto maken waarbij prijs geen rol speelt, zodat je je als fabrikant te buiten kunt gaan aan alleen de duurste en beste spullen die de markt te bieden heeft, is relatief eenvoudig. Maar probeer eens een echt goede sportauto te maken voor een normale prijs; dat is pas moeilijk.
 
Over een paar eisen kun je makkelijker overeenstemming bereiken. Een spectaculair uiterlijk is een absolute noodzaak. Dat is bij de Audi TTS dik voor elkaar: check! De reguliere TT krijgt nog wel eens het verwijt wat ‘vrouwelijk’ over te komen, maar de aanpassingen die er in S-verband zijn verricht, missen hun uitwerking niet. De dikke dorpelverbreders, vier uitlaten, gewijzigde voor- en achterspoiler, en moddervette 19 inch-velgen vermannen de TT danig, en wekken tegelijkertijd niet de indruk van de lokale tuningshop te zijn betrokken. Over de witte kleur van onze testauto valt misschien nog te twisten, maar het is zo in ieder geval een aandachttrekker van de eerste orde.
 
Daarnaast dient een sportauto natuurlijk over een sportvermogen te beschikken. Nou: check! Met 272 pk heb je eerder vermogen te over dan te kort. Een trekkracht van 350 Nm zorgt ervoor dat je niet altijd hoog in de versnellingen hoeft door te jakkeren om de vaart erin te houden, al loont dat wel een andere moeite: het geluid (check!) wordt er alleen maar fraaier op. Bij lage toeren gromt de TTS als een in de verte naderend onweer. Hoe hoger je in de toeren komt, hoe overtuigender de snerp uit de uitlaten wordt.
 
Dat het hier maar een viercilinder betreft, is bij dit soort prestaties bijzaak: een 0-100 km/u-sprint in 5,4 seconden (check!) is veelzeggender. Verder moet deze planeet wel erg veel van de TTS houden, dat zij zo aan de auto trekt; de grip is mede dankzij de vierwielaandrijving haast eindeloos. Ook al check! dus. Het feit dat je open rijdend ook op illegale snelheden nog aardig uit de wind zit, is volstrekt niet van sportwagenbelang maar daarom niet minder prettig.
 
Het snoepje van ‘onze’ TTS is de DSG-bak, bij Audi S-tronic geheten. Kost extra geld, maar is alleen al door de standaard toefjes tussengas elke sou waard. Hebben we dan niets te mauwen? Toch wel: de besturing voelt geen enkele noodzaak je op de hoogte te houden van wat er met de wielen gebeurt en is niet zo messcherp als de auto verdient. Eén hokje niet aangevinkt dus – geen slechte score.

Reacties