Een flinke testrit in en om Valencia wijst uit dat de Q5 het niet moet hebben van zijn looks, maar van z’n interieur, motorenpalet en ja, van zijn rijeigenschappen
 
Eerst moeten we het even met je hebben over timing, een belangrijke eigenschap in de auto-industrie. Bijna elk automerk heeft een zekere timing – kiest het beste moment om een nieuw model of noviteit te introduceren. Audi doet dat natuurlijk ook, het merk zegt zelfs met de slogan Vorsprung durch Technik altijd voorop te lopen, immer de eerste te zijn met de nieuwste ontwikkelingen. Door de introductie van de Q5 liet Audi ons even twijfelen, leek het er op dat de timing ontbrak, want het merk is eigenlijk rijkelijk laat met de lancering van z’n premium midi-SUV. Het is tenslotte toch zo’n vier jaar geleden dat BMW z’n X3 introduceerde en de Land Rover Freelander is ook al een tijdje op de markt. Audi is dus zeker niet de eerste in het segment. Dat kan een voordeel zijn – in de jaren van afwezigheid heeft Audi een hoop kunnen leren – maar ook een nadeel, want veel potentiële klanten rijden nu een X3 of een Freelander.
 
Desalniettemin hebben we ten onrechte getwijfeld aan de jongens van Audi – de timing is juist voortreffelijk. Het merk heeft namelijk op exact het goede moment precies gedaan wat het moet doen als een model (de Q7) en een autotype (de SUV) onder druk staan van de politieke en publieke opinie. Juist ja, dan maak je precies hetzelfde model, maar dan een maatje kleiner. Daarom is dus de Q5 in het leven geroepen. De andere reden is dat Audi op de markt aanwezig wil zijn om verkopen af te snoepen van BMW en Land Rover, en om aanstormende concurrenten als de Mercedes-Benz GLK en de Volvo XC60 een stapje voor te zijn.
 
Qua uiterlijk lijkt de Audi Q5 een miniatuurversie van de Q7. Hoewel, miniatuur; met een lengte van 4,63 meter en een wielbasis van 2,81 m – volgens Audi de hoogste waarde in deze klasse – kun je het allerminst een kleintje noemen. Toch is de Q5 een stuk mooier dan z’n grote broer, maar niet omdat hij er wezenlijk anders uitziet dan de Q7 – wel omdat de vormgeving van de ‘7’ beter tot zijn recht komt in de proporties van de Q5. Verder is het ontwerp van de Q5 behoorlijk voor de hand liggend en niet baanbrekend – of je moet de grotere single frame grille en de dikkere, omliggende sierlijst vernieuwend noemen.
 
Het beste deel van de Q5 is de binnenkant. Het interieur heeft namelijk een goede uitstraling en voelt solide aan en ja, zelfs een beetje gezellig. Beter nog, zoals we gewend zijn van Audi druipt de kwaliteit haast van elk knopje af. Voor het kersverse interieur van de Q5 werd Audi’s zogeheten Multi Media Interface (MMI) onder handen genomen, net als het navigatiesysteem. Belangrijke boodschappen worden nu weergegeven als pop ups in het scherm en de kaarten worden voortaan getoond in 3D. Dat is leuk, maar nog leuker is dat bezienswaardigheden op de kaart worden getoond als in een computerspelletje. Echt waar, je kunt het aantal ramen in Paleis Soestdijk tellen.
 
Tijdens het rijden was niet de Q7 onze benchmark voor de Q5, maar wel zijn twee (huidige) concurrenten; de BMW X3 en de Land Rover Freelander. Wat rijgedrag betreft – hoe voorspelbaar – zit de Q5 precies tussen deze twee tegenstrevers in. Hij overtreft de X3 namelijk niet – die is dynamischer en biedt meer stuurgevoel – maar de Q5 is wel fijner om te rijden dan de Freelander omdat hij lichtvoetiger aanvoelt. Verder rijdt de Q5 precies zoals je van een Audi kunt verwachten; veilig, comfortabel en met een vleugje dynamiek. Met dank aan Audi’s vierwielaandrijvingsysteem, quattro, want dat zorgt voor een 40/60-verdeling van de aandrijfkrachten in normale rijomstandigheden, voor een ‘sportief rijkarakter met de nadruk op de achterwielen’. Aldus Audi. Zou je onverhoopt in een natte, gladde of modderige situatie terechtkomen, dan kan 65 procent van het beschikbare motorkoppel naar de voorwielen worden gestuurd, of 85 procent naar de achterwielen.
 
De Q5 is overigens ook voorzien van het zogeheten hill descent control (een afdalingsassistent) voor het lichtere off-roadwerk en van een pienter esp-systeem dat rekening houdt met het oppervlak waarop jij en je Q5 je aan het verplaatsen zijn. Dit slimme systeem kan zelfs aanvoelen of je een zware last draagt op de dakdragers. Praktisch, maar ondanks al deze handige off-roadgimmicks zal een Q5 net zo vaak modder zien als een varken met smetvrees. Dat realiseert men zich ook bij Audi en daarom is de Q5, net als de A4, voorzien van Audi Drive Select met de gebruikelijke knoppen (comfort, auto en dynamic), waarmee je de gebruikelijke autoparameters – besturing, gasklep en transmissie – en dus het rijkarakter kunt beïnvloeden. In de praktijk zul je deze knoppen waarschijnlijk weinig gebruiken omdat het systeem in de automatische stand prima zorgdraagt voor een lekker vertrouwenwekkend weggedrag.
 
Verder voelt het formaat van de Q5 goed aan en de rijhoogte is voldoende om er voordeel van te hebben in het verkeer, maar ook laag genoeg om je niet het gevoel te geven dat je aan het roer staat van de Love Boat. Gelukkig geeft het onderstel en de besturing van de Q5 je dat gevoel ook niet. De Audi laat zich namelijk verrassend vlot en vloeiend door het verkeer loodsen. Wel is het zo dat de besturing van de Q5 (met snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging) te licht en te kunstmatig aanvoelt als de rijsnelheid laag is. Op dit ene puntje na laat de Q5 qua rijgedrag geen steken vallen. De Duitse pr-afdeling van Audi wel, die beweert in het persbericht namelijk dat de Q5 beschikt over een ‘opwindende dynamiek’. Geloof ons, dat is klinkklare onzin – voor opwindende dynamiek moet je een RS4 kopen, geen Q5.
 
De Q5 zal in Nederland geleverd worden met de volledig nieuw ontwikkelde, 211-pk sterke 2.0 TFSI viercilinder en met twee diesels, de viercilinder 2.0 TDI met 170 pk en de 3,0-liter zescilinder met maar liefst 240 pk. De kleine diesel is standaard gekoppeld aan een handgeschakelde zesbak terwijl de twee andere motoren kunnen profiteren van S-Tronic, Audi’s DSG-variant met zeven versnellingen. In het eerste kwartaal van volgend jaar zal de 3,2-liter V6 van 270 pk met 330 Nm nog worden toegevoegd aan het motorenpalet.
Als we het geld hadden voor een Q5 dan zouden we zeggen: doe ons maar de versie met de 170-pk sterke 2.0 TDI-motor. Die heeft namelijk dezelfde prijs (51.550 euro) als de 2.0 TFSI-benzinemotor met 211 pk. De diesel is niet sneller dan de benzineversie, maar met een gemiddeld verbruik van 6,7 liter per 100 kilometer wel een stuk zuiniger. Wel is de diesel standaard gekoppeld aan handbak. Voor een andere transmissie zul je dus meer geld moeten neertellen.
 
 

Reacties