Ja, ook wij dachten dat er alleen maar truttige gebakjes uit Korea kwamen, met namen die klinken als het eerste de beste gerecht van de afhaalchinees om de hoek. Tot we de Spirra reden. Zijn we nu om?
 
Jeremy Clarkson himself klaagde er al flink over. Top Gear wordt bijna wekelijks gebeld door een of andere hobbyist die beweert autofabrikant te zijn – dat is nog tot daar aan toe, maar ook graag zijn 6.500-pk sterke supercar door ons wil laten testen. Ze zijn altijd sneller dan een Veyron, rijden de Nürburgring in twaalf seconden rond en kosten minder dan een Opel Corsa. O, en binnen drie dagen komen ze ook met een versie die op regenwater loopt.
 
Het vervolg laat zich raden – we zijn er namelijk best een aantal keren ingetuind: op een verlaten circuit komt een oud Ford-busje met aanhanger aanrijden en daarop staat een geheel zelf met spuug en Pritt in elkaar gezet polyester geval met loeidikke banden. Als-ie van de aanhanger is gehaald, en alle eraf gevallen onderdelen zijn er weer aangezet, wordt hun kindje gestart. Meestal scheuren onze trommelvliezen dan ter plekke van de herrie, die vaak het midden houdt tussen een overvolle varkensschuur en een straaljager. ‘Van 0 naar 100 hebben we nog niet getest en harder dan 40 hebben we ook nog niet gereden, dus doe voorzichtig aan als je wilt’, schreeuwt de zichzelf als eigenaar voorstellende sleutelaar dan boven het motorgeluid uit. Let wel: in eerdere telefoongesprekken was dan gemeld dat de acceleratie van 0 naar 100 ongeveer 0,2 seconden in beslag zou nemen en de topsnelheid zou met gemak boven de 800 km/u komen. Soms rijden we voor de vorm maar een rondje, als Jeremy erbij is leggen we de eigenaar meestal niet eens uit waarom JC in een onbedaarlijk lachstuip geschoten is. En toen kregen we een mailtje van een Nederlands bedrijfje.
 
Gezien onze ervaringen beloofde dat mailtje niet veel goeds: een Nederlands bedrijf dat een Koreaanse sportwagen importeert en volgende maand met een volledig elektrische versie daarvan komt, en die laatste ook zelf hier bouwt. ‘De zoveelste rubbish’, zou Jeremy roepen. Dat zou best kunnen, maar het betreft hier een Nederlands bedrijf, gespecialiseerd in elektro-auto’s, dat de auto voor Europa gaat importeren, Amerika ook wellicht, en ja, als wij als Nederlanders ergens ons geld insteken, dan kan het niet heel erg slecht zijn. Daarvoor zijn we te behoudend. Denken we. Waren we maar Belg. Sorry, we dwalen af.
 
Het is koud maar helder weer in Zandvoort. Het circuit is een tikje nat, maar het regent niet meer. We duiken diep in onze gevoerde jassen op het grote parkeerterrein van Circuitpark Zandvoort. Zojuist kregen we een telefoontje van Wim dat hij wat file heeft en iets later op Zandvoort zal arriveren. We hopen niet dat Wim een Ford Transit bestuurt. Wim is van allgreenvehicles.com uit het Zuid-Hollandse plaatsje Maasland en heeft, als het goed is, een Spirra S bij zich. De auto is nog maar net in Nederland, heeft dus nog geen kenteken en ook tijdelijke groene platen zijn nog niet voorhanden. Wim heeft van te voren met Circuitpark Zandvoort gebeld of we daar niet even terecht konden. Dat bleek geen enkel probleem: het grote parkeerterrein staat geheel leeg tot onze beschikking, tijdens de lunchpauze kunnen we de baan op voor het echte werk. Als Wim komt.
‘We ontwaren wat van een Ferrari 360 (profiel), een Lamborghini Gallardo (neus) en zien wat terug van de Lotus Evora. En er vallen geen onderdelen af als hij van de trailer wordt geladen’
 
Wim komt. Niet in een Ford Transit. Op z’n nieuwe aanhanger staat een lichtgewicht sportwagen die er af uitziet. Natuurlijk, we hebben al lang geleden de eerste foto’s gezien, toen-ie net uit de Koreaanse kraamkamer kwam, maar dit is de eerste live confrontatie. We ontwaren wat van een Ferrari 360 (profiel), een Lamborghini Gallardo (neus) en zien wat terug van de Lotus Evora. Dit zou weleens een lichtgewicht racertje kunnen zijn. En er vallen geen onderdelen af als hij van de trailer wordt geladen. ‘Lekker kleurtje’, roept fotograaf Ingmar. Dat betekent dat hij met dit heldere licht mooie foto’s kan maken en dat wij er nog niet mee mogen gaan rijden, anders wordt-ie vies. Dat is niet mooi op de foto, vindt hij. We duiken maar weer eens diep in onze gevoerde jassen.
 
Zonder de fotograaf en zijn assistent in de weg te lopen, wandelen we rond de Spirra S. Hij heeft een carbon carrosserie met uitzondering van de deuren en achterklep: die zijn van aluminium om hier in Europa typegoedkeuring te krijgen. De koplampunits liggen achter helder glas en zijn meegespoten in de carrosseriekleur, bijzonder fraai. Achter het zijruitje zit een functioneel luchtrooster, de flanken hebben functionele luchthappers en ook in de achterklep zitten koelroosters. Noodzakelijk zullen we later merken, noodzakelijk om de achterin gelegen middenmotor die je á la Ferrari door de achterruit kunt bewonderen, te koelen.
 
Die motor is een V6 van niemand minder dan Hyundai. Hoe de lijnen precies lopen is niet helemaal duidelijk, maar het zit ongeveer als volgt: in 1997 werd het Zuid-Koreaanse Proto Motors opgericht en die kwamen met een concept sportwagen genaamd Spirra op de Seoul Motorshow, in 2002. In 2005 werd op diezelfde show weer een prototype van de Proto Motors Spirra getoond, maar uiteindelijk is het nooit wat geworden. Althans, niet buiten Zuid-Korea. In 2007 wordt Proto Motors overgenomen door de Oullim Group, ook Zuid-Koreaans, waardoor er nieuw geld was om de Spirra tot leven te wekken. Er werd zelfs, zij het met een aangepaste versie, deelgenomen aan een soort GT3-kampioenschap in Zuid-Korea. Op een of andere manier is die Oullim Group verwant met Hyundai, maar dat schijnt negentig procent van Zuid-Korea te zijn. En toen kwamen er in 2008 een paar Nederlandse elektrotechneuten die al elektrische minivrachtwagentjes importeerden en verbouwden en die zagen wel brood in een Spirra op batterijen: de Spirra E. Voor het gemak importeren ze ook gelijk de Spirra S, waar wij vandaag mee aan de slag gaan, en de Spirra Turbo.
 
Nog even over die Spirra E. Wat er gebeurt is dat Oullim – volg je het nog – een paar lege Spirra’s in een container op een boot laadt, en een paar weken later arriveert er in de Rotterdamse haven een lel van een schip. In de daarvan afkomstige lege Spirra’s bouwen ze vervolgens in Maasland een paar accu’s en vanaf dat moment, dat zou in april/mei gaan gebeuren, kun jij een elektrische Spirra kopen. Maar die is er nu dus nog niet. De lege huls staat op een boot en als die niet door een paar wildemannen gekaapt wordt, arriveert die pas begin april. En dat zou uiteindelijk mei worden. Gelukkig hebben we de Europese primeur om in de S te rijden.
 
Een V6 dus van Hyundai. Het is een 2,7 liter DOHC waarop een compressor is geschroefd. Daarmee levert de motor normaal rond de 420 pk, maar door toepassing van een in Europa en Amerika verplichte katalysator ligt het vermogen nu rond de 400 pk, evenals het koppel. Daarmee haalt de Spirra S een topsnelheid van 305 km/u en vliegt-ie van 0 naar 100 in een realistische 4,8 seconden. Het gewicht is door de toepassing van wat aluminium gestegen van 1.080 naar 1.140 kilo, licht genoeg wat ons betreft. Mooi: er viel niks vanaf, hij ziet er goed uit en de prestaties zijn realistisch. Waar wachten we nog op?
 
O ja, de fotograaf. We rijden een paar langzame rondjes voor wat bewegende foto’s en we voelen ons meteen thuis. Een heerlijk klein Momo-stuurtje in de hand, een tikje zware koppeling, soepel schakelende pook, makkelijk vindbare knopjes en hendels – alleen de handrem is nog gemaakt van gerecyclede babyluiers, maar dit is nog een preproductie exemplaar, die handrem wordt nog verfraaid. Hij heeft abs, al lijkt dat het niet te doen; esp en ander elektronisch bewakingsspul zit er niet op. Lekker puur, ‘zoals het hoort’, zeggen mensen weleens. ‘Lekker handig’, denken wij, want dit is het enige exemplaar en er ligt een vochtig circuit van Zandvoort op ons te wachten. Zeg fotograaf, we moeten nu echt even. Dàg!
 
Tijdens de fotosessie draaide de Spirra continu stationair dus de motor is al lekker op bedrijfstemperatuur, we sturen voor een opwarmrondje. Even alle vloeistoffen door het hele autootje pompen, even de banden iets warmer rijden. We naderen het moment dat we vol aan de slag kunnen, en dat werd tijd ook want het is veel te koud buiten.
 
We rijden de bocht vlak voor het rechte eind uit, heel langzaam, in tweede versnelling, en geven gas. Hij doet nog een beetje bokkig als gevolg van de nog niet op elkaar ingespeelde koppeling en gaspedaal – er staat nog geen 1.000 kilometer op de teller, zoekt vervolgens van achteren naar grip en zet een keel op van jewelste. Ondertussen schieten we vooruit, blijft de Spirra keurig in het rechte spoor en schakelen we een tandje door voordat onze trommelvliezen tegen de binnenkant van de vooruit geplakt zitten. Wauw!
‘Hij wil lekker dwars, laat zich makkelijk controleren en leiden, maar geeft door z’n vedergewicht en kracht wel aan dat hij je met één haal kan neerslaan’
 
Als we op het rechte stuk tegen de 180 km/u halen, remmen we maar eens vol en sturen rustig de Tarzanbocht in om weer prettig de bocht uit te accelereren. Bij 6.000 toeren bereikt de motor zijn optimum, net voorbij de 7.000 tpm schakelen we door. Tegen die tijd klinkt het achter ons naar de bekende varkensstal, maar wel een met een dirigent ervoor. Door de compressor giert de motor het uit, je zou zweren dat je in een of andere circuitracer zit. Het is niet mogelijk een dikke grijns te onderdrukken en we concentreren ons op het sturen en remmen. Met dat heerlijke kleine stuurtje dirigeer je de Spirra haarscherp het circuit over, de Brembo-remmen waarvan we nog steeds niet zeker weten of het abs het doet (we blokkeerden al twee keer vol) zijn prima op hun taak berekend, mits je maar netjes doseert en we voelen ons helemaal in ons element. Dit ding is gewoon goed. Punt.
 
Na een paar rondjes, er is nog steeds niks afgevallen dus het wordt nu flauw daar nog aan te memoreren, weten we genoeg. Dit is een opvallend goede sportwagen. Niets meer, niets minder. We wagen ons niet aan vergelijkingen met Gallardo’s of F430’s, die liggen echt wel een niveau hoger – hoewel we wel durven te beweren dat de funfactor van de Spirra hun niveau wel benadert. Hij wil lekker dwars, laat zich makkelijk controleren en leiden, maar geeft door z’n vedergewicht en kracht wel aan dat hij je met één haal kan neerslaan. Je mag ‘m best opjagen, hardhandig aanpakken, maar zodra je te veel wilt, deelt hij meteen een harde knal uit. Ben je beheerst, dan trakteert-ie je op heel snelle bochten, veel grip, stuurprecisie en vooral: lol.
 
De Nissan GT-R schiet door ons hoofd. Daar heeft de Spirra helemaal niets van weg, maar de GT-R is wel ook een relatief betaalbare sportwagen die het bijvoorbeeld dikke Porsches bijzonder lastig kan maken. Dat geldt voor de Spirra S ook, schatten we zo in, en dan moet de Turbo nog komen. Wim beloofd ons een paar rondjes met een ex-Formule 1-coureur – als de Spirra E klaar is. Misschien moeten we tegen die tijd maar een Gallardo regelen, om de verschillen in kaart te brengen.
 
De importeur, die straks Spirra Europe gaat heten, schat dat de prijs zo rond de 135.000 á 140.000 euro gaat uitkomen, inclusief alle belastingen. Omdat ze geheel met de hand vervaardigd worden, kun je dan vooraf al bepalen welke kleur leer je wenst, welke stiksels en welke carrosseriekleur – dat zit volgens de importeur ook allemaal al in de prijs inbegrepen. O, en je kunt ermee internetten. Cool.
 
De Spirra Turbo, met dezelfde V6 maar nu zonder compressor en met turbo, zal tussen de 150.000 en 160.000 euro gaan kosten. Daar krijg je dan 500 pk met 571 Nm voor terug, goed voor een acceleratie van 0 naar 100 in 3,8 seconden (de Ferrari F430 zit op 4,0) en een topsnelheid van 332 km/u. Uh, dat zou je een koopje kunnen noemen.
 
Dan de elektrische variant, degene die het meeste opzien zal baren. Die moet rond de 175.000 euro gaan kosten. Er ligt geen benzinemotor in de Spirra E, alleen accu’s. Die leveren 353 pk en 600 Nm en daarmee rijd je ook in 3,8 seconden 100 km/u vanuit stilstand. De topsnelheid bedraagt 305 km/u al vertelt het verhaal er niet bij of je dan niet al na 100 meter zonder elektriciteit zit. Dat zullen we volgende maand weten, voorlopig rijden we nog maar een paar rondjes met de Spirra S. Als we een categorie Koopje van de Maand zouden hebben, dan had-ie deze maand glansrijk gewonnen.

Reacties