Stom eigenlijk, om je auto te noemen naar iets helemaal niet leuks. Stel je voor: de Opel Astma, de Renault Buikpijn, of de Honda Chlamydia – wie zou ze ooit kopen? Het weerhoudt Volkswagen er niet van haar nieuwe sportcoupé te noemen naar een wind die in streken waar ze ermee te maken hebben ook wel ‘de Afrikaanse pest’ wordt genoemd. Een wind die stof en zand uit de Sahara meeneemt, stormen en ondraaglijke hitte veroorzaakt, en welbeschouwd nergens welkom is. Leuke naam voor een auto. Maserati doet trouwens hetzelfde, want Ghibli, Shamal en Khamsin zijn andere namen voor diezelfde wind. De Mistral en de Bora (van Maserati en VW) zijn trouwens ook van die hinderlijke waaitoestanden. Zo bekeken is het nog geen slecht idee je auto dan maar Vier Deuren (Quattroporte) te noemen. Hoewel, als je die tegen elkaar open zet kan het ook lelijk gaan tochten.
 
De belangrijkste reden voor die naam is uiteraard het succes van de voorgangers van de nieuwe Volkswagen. Het waren auto’s die dynamiek en sportiviteit moesten uitstralen, maar dan wel met behoud van praktische bruikbaarheid. Je moest als eigenaar het gevoel hebben in iets bijzonders rond te rijden, zonder dat de hele buurt het idee had dat je onlangs bij een Colombiaanse werkgever in dienst was getreden. Het idee werkte wonderwel – van de eerste en tweede generatie Scirocco gingen er in totaal zo’n 800.000 over de toonbank.
 
Zestien jaar na het verdwijnen van het laatste model, acht Volkswagen de tijd rijp het kunstje nog eens in de herhaling te gooien. In de vaste overtuiging dat een goed recept nooit veroudert, hanteren de Duitsers goeddeels de ingrediënten van weleer: beproefde Golf-techniek in een sportieve jas voor vier personen. Helemaal identiek is de Scirocco technisch trouwens niet: de spoorbreedte is iets groter, 3 centimeter voor en 6 centimeter achter. In totaal is hij 3 cm langer, 5 cm breder en 7 cm lager dan een Golf GTI.
 
Hij is dus niet alleen dikker, maar oogt nog eens een stuk breder en gemener. De lage neus met de zwarte ‘booskijkers’ is niet alleen een stijlverwijzing naar de eerdere Scirocco’s, het is ook een voorbode van wat VW in de toekomst van plan is. Reken er voor toekomstige modellen op dat het logo niet meer in de grille, maar op de motorkap zit. Vooral recht van achteren is de Scirocco van een imposante gespierdheid. Nieuw zijn ze natuurlijk niet, die heupen of schouders of hoe je ze ook wilt noemen – de Scirocco heeft van achteren dan ook wel wat weg van een Volvo C30 of Fiat Stilo, maar hij ziet er stoerder door uit dan hij op de foto’s kan laten zien.
 
Vanbinnen is het een stuk duidelijker waar de Scirocco de mosterd haalt. Op een paar mooie details (de deurgrepen bijvoorbeeld) na, is het Golf wat de klok slaat. Op zich niet erg, want dat interieur zit prima in elkaar en je moet de boel natuurlijk wel betaalbaar houden. De ruimte achterin valt – met wat je wellicht zou verwachten – nog mee, al verdient het aanbeveling bij de keuze van je vrienden voortaan ook rekening te houden met hun lengte – langdurige banden zul je niet opbouwen als ze veel langer zijn dan, zeg, Danny DeVito. De bagageruimte kun je gezien de enorme tildrempel beter bagagekelder noemen en is ongeveer zo groot als die van een Polo.
 
Als je achter het stuur hebt plaatsgenomen overvalt je in eerste instantie het gevoel dat je niet in een auto, maar in een bunker zit. De portieren lopen gevoelsmatig ongeveer door tot schouderhoogte en de achterruit is zo laag en breed dat hij veel wegheeft van een brievenbus. Combineer dat met de aflopende neus en de grote C-stijl en je begrijpt dat het zicht rondom vrij dramatisch is.
 
Gelukkig is de zitpositie uitstekend in te stellen – ook laag genoeg, ook wel eens prettig. De (sport)stoelen zijn zoals altijd bij VW stevig, maar zijn comfortabel en zetten je lekker klem. Maar goed ook, want met de snelheden waartoe deze Scirocco met zijn tweeliter turbomotor uit de Golf GTI in staat is, kun je wel wat steun gebruiken.
 
Met 200 pk en 280 Nm duurt een sprint naar 100 km/u niet langer dan 7,2 tellen; de top ligt op 235 km/u. De top-Scirocco is er met handmatige zesbak, maar wie het echt af wil maken gaat natuurlijk voor de DSG-bak met dubbele koppeling. Het blijft ons verbazen hoe snel die bak kan schakelen, met af en toe zo’n fraaie plof tussengas. Je kunt ook zelf met peddeltjes in de weer, maar dat is nergens voor nodig – ten eerste duurt dan het schakelen een soort ‘denkmoment’ langer en ten tweede begrijpt de bak bijna altijd precies wat je wilt.
 
De rijeigenschappen van de Scirocco zijn niet of nauwelijks van die van de Golf GTI te onderscheiden. Het voelt, alle verschillen ten spijt, volstrekt identiek. Dat is eerder een compliment dan kritiek, want de Golf GTI is nog altijd de onbetwiste maatstaf onder hete hatches. De Scirocco heeft dezelfde perfect uitgebalanceerde strakheid in het onderstel, die belachelijke bochtsnelheden mogelijk maakt en tegelijkertijd zo fraai hobbels en bobbels glad weet te strijken. Hij presteert even gretig, remt even resoluut en stuurt even precies. Naar ons idee is de Scirocco-besturing alleen rond de middenstand iets minder communicatief dan die van de GTI, ietsje vager en minder uitgesproken – maar dat kan zinsbegoocheling zijn.
 
De optionele adaptieve dempers, met een ‘comfort’-, ‘sport’- en ‘normal’-instelling, doen precies wat ze beloven: comfort is duidelijk zachter, ‘sport’ stukken harder, zodat je het spul meestal in de meeste universele stand ‘normal’ zult laten staan.
 
Kortom, wat zou je kunnen bezielen om geen Golf GTI maar een Scirocco te kopen? Strikt rationeel bekeken niks: hij is kleiner, onpraktischer en duurder dan die Golf, rijdt identiek en je krijgt er alleen een ander uiterlijk voor terug. Maar dat uiterlijk is precies waarom je die Scirocco zou moeten kopen; een Golf GTI blijft een Golf, en de Scirocco is beduidend meer dan een GTI met een andere jas. En minder mensen mee – ach, het scheelt ook een hoop ge-moet dat nou? als je eens de beest uit wilt hangen. Wel nog even geduld hebben, want de Scirocco is pas in oktober in Nederland.


Reacties