Een nieuwe Citroën, dat brengt altijd spanning en sensatie in autoland. Deze is best gewoon, voor een Citroën.
 
Komt Citroën met een nieuw model, dan houdt menig autofanaat en Francofiel zijn hart vast. Wij ook, maar dit keer niet, want we wisten al vrij goed hoe de C3 Picasso eruit zou zien (zie Top Gear 44) – sterker, we verkozen de C3 Picasso als gezinsauto van het jaar 2008. Maar spannend blijft het: hoe zitten we erin, waar zitten de knoppen dit keer, en hoe rijdt deze ‘Spacebox’?
 
De C3 Picasso is een MPV, en omdat ook MPV’s doorontwikkeld worden, is er een aantal foefjes en handigheidjes, waarvan de verschuifbare achterbank menig achterbankzitter blij zal maken. Het gezinshoofd annex hobbyist zal in vervoering raken van de bagageruimte wanneer de achterbank helemaal wordt neergeklapt, die wordt dan drie keer zo groot: ruim 1.500 liter. Een ‘Spacebox’, inderdaad, krek wat Citroën zegt. De zogeheten vanaf-prijs bedraagt 17 mille, hoewel die uitrusting met een 1,4-litermotor van 95 pk een beetje kaal is uitgevoerd.
 
Wij reden de duurste uitvoering (en dieselden daarna een stukje, waarover dadelijk meer), en daar zit van alles op en aan. De buitenkant houdt het midden tussen een Fiat Multipla, een uitvergrote Panda, een Hummer en, dat houd je toch door een logo, een Citroën. Het is wellicht even wennen, maar lelijk is-ie niet. Wij vonden de zwarte uitvoering erg mooi, zelfs, maar dat is een kwestie van smaak. Deze C3 Picasso heeft iets heel moderns, iets vlots, en dat ondanks zijn vierkante vorm. Het is, kortom, een echte Citroën. Lekker opvallend, een leuk gezicht, en je moet wel heel goed kijken wil je zien dat het hier eigenlijk een soort busje betreft. Dat hebben de Citroën-ontwerpers heel mooi bedacht. Wij vonden het al eerder funky.
 
Binnen is het licht. Het enorme glazen dak van 4,5 vierkante meter (in navolging van de C4 Picasso, in de C3 heeft dat een meerprijs van slechts 500 euro) en de enorme voorruit veroorzaken dat, en licht is fijn. Het licht laat mooi, zacht plastic zien, vage nepkoolstofvezelachtige inzetjes en glimmende accenten, een stijlvol dashboard en een hip stuurtje met leer en aluminium. Halfgek worden we van de ‘Parfumeur’, de verstuiver die te onpas een weeïg luchtje door de cabine blaast. Stinken we, ofzo? De spiegels en al het glas rondom ons bieden een magnifiek uit- en overzicht. Er is vrij veel ruimte, de stoelen zijn comfortabel. Ze zijn wel wat aan de kleine en korte kant, en daardoor zowel voor als achter misschien niet echt geschikt voor mensen boven de 1,90 meter.
 
En hoe rijdt dat allemaal? Nou, dat rijdt vrij lekker. Onze dank gaat daarbij vooral uit naar de vering, die typisch des Citroëns is. Een genot. De achterzijde hobbelt en stuitert wat meer dan de voorkant, maar we reden de auto dan ook zonder bagage of achterpassagiers. Onze versie heeft 120 pk, voldoet aan de komende Euro V-norm, en al is de variabele stuurbekrachtiging wat erg licht bij lage snelheden, als we op de snelweg rijden, voelt de besturing prima aan. Schakelen is niet het sterkste punt van deze auto, dat gaat een beetje harkerig, en de versnellingspook zit ons ook niet helemaal lekker, zo half tussen dashboard en de vloer. Dat zou een kwestie van wennen kunnen zijn. Het kan trouwens altijd gekker. De handrem is onbereikbaar in de duurdere uitvoeringen, omdat die voorzien zijn van een middenarmsteun. Daar zit de handrem dan precies onder. En je moet al heel lange armen hebben, wil je er sowieso bij kunnen. Doordat de voorstoelen hoog zijn geplaatst, is de afstand tot de bodem groot. Dat levert een hoop ruimte en opbergmogelijkheden, maar geen handremgemak.
 
De 110-pk sterke diesel rijdt lekkerder dan de benzine-uitvoering, met name omdat het koppel zoveel groter is. In de benzine-edities is het flink schakelen geblazen (en wie wil dat in een gezinsauto?), de 1.6 HDi-diesel is met 240 Nm wat minder gevoelig en rijdt dus wat lekkerder door. Op Citroëns thuismarkt en ander dieselminnende landen zal de diesel het goed doen, in Nederland denkt de importeur er minder van te verkopen.
 
Citroën vindt deze auto extreem stil, met dank aan geluidsisolerende materialen. Voor de benzineversie gaat die vlieger inderdaad op. Voor een auto van deze vorm en omvang is er weinig geruis te horen. Dat gaan we binnenkort, als we ‘m mogen toevoegen aan ons duurtestpark, nog uitgebreid ondervinden. We krijgen de VTi-versie een half jaar te logeren en eerlijk gezegd, kijken we daar zeer naar uit.
 
Deze C3 Picasso is een gerieflijke, prettige auto, met een leuk eigen gezicht, een fris, helder, ruimtelijk en ruim interieur en een vlotte, bijdetijdse afwerking. En kinderen zullen dol op ‘m zijn. Daar gaat het tenslotte om bij deze auto.

Reacties